zondag 4 maart 2007

Plankenkoorst

Apetrots was ik, toen de juffrouw mij uitkoos voor het kerstspel. Een van de Wijzen uit het Oosten zou ik gaan spelen. Ik moest ook nog wat zeggen: “Wij schenken u goud, wierook en mirre.” Iedereen bij ons thuis hielp mij om die tekst uit mijn hoofd te leren. Als mijn moeder mij voor het slapen kwam instoppen, repeteerde ik:
“Wij schenken u goud, rook en …, enne …”
“Wierook en mirre, Bart.”
Bij mijn vader achter op de fiets dreunde ik ook mijn tekst op:
“… goud, wierook en …, goud, wierook en ….”
“Mirre, jongen.”
Het liefst oefende ik bij mijn oma op schoot in haar schommelstoel. Mijn grote zus leerde mij nog een ezelsbruggetje.
“Denk gewoon aan ons buurmeisje Mirjam, dan vergeet je mirre niet.”
Mijn moeder maakte mijn kostuum: een donkerrode mantel, compleet met zwarte baard en een gouden kroon. Het was prachtig, ik leek zo wel een beetje op Sinterklaas. Nog maar drie nachtjes slapen en het kerstspel zou beginnen.

Onze school was mooi versierd met groene takken en rode kerstballen. Bij de deur hing een spandoek met gouden letters. ‘Jan Ligthartschool, kerstspel 1970’
Alle kinderen die meespeelden moesten bij de juffrouw achter het rode gordijn komen staan. Mijn vader, moeder, oma en zus gingen op de eerste rij zitten. Het zaaltje zat al stampvol. Samen met de juffrouw repeteerde ik nog één keer mijn tekst:
“Wij schenken u goud, wierook en …, en …. mirre.”
Ik wist het! Ik had het goed onthouden!
“Goed zo, Bart.”
Het kerstspel ging beginnen. Ik voelde dat mijn hart in mijn borst bonkte. Op mijn voorhoofd stonden zweetdruppeltjes. Eerst kwam de engel. Toen Jozef en Maria. Dan de herders en de schapen. En daarna was ik en de andere twee wijzen aan de beurt.

Plankenkoorts, dat moet het geweest zijn, want ik kon geen stap meer verzetten. Ik voelde mijn knieën knikken en ik stond als aan de grond genageld.
“Toe maar, jij moet nu.”, zei de juffrouw tegen mij.
“Ik durf niet.”
“Jawel, joh, ga nou gauw.”
Maar wat de juffrouw ook tegen mij zei, ik durfde niet en ik begon zelfs te huilen.
“Zal ik die wijze spelen. Ik weet wel wat ie moet zeggen.”
Mijn vriend Sjaak, die al klaar was, want hij speelde Gabriël, werd mijn reddende engel. Vlug trok hij mijn kostuum aan. Door een kier van het gordijn zag ik hoe hij het podium opliep. Het was doodstil toen hij zei:
“Wij schenken u goud, wierook en …, en …, en uh…”
De juffrouw fluisterde vanachter het gordijn.
“Mirre!”
“MIEREN”, riep Sjaak opgelucht.
Alle mensen in de zaal begonnen te lachen. Mijn vader bulderde het hardst van iedereen.

Het kerstspel was afgelopen, maar ik moest toch nog het podium op. Sjaak had weer zijn engelpak aangetrokken en ik mijn koningsmantel. Alle kinderen stonden op een rij en we bogen. En ik boog het diepst van iedereen. Het applaus was oorverdovend. Nog voordat we achter het gordijn verdwenen siste ik tegen Sjaak.
“Je verklapt het niet hè?”
“Nee.”
“Zweer je het? Met spuug?”
“Ja, maar alleen als ik jouw kerstkrans krijg. En jouw chocomel!”
Het was een groot offer voor mij als zevenjarig kind, maar ik had het er graag voor over. Sjaak bewaarde mijn geheim. Zelfs mijn ouders hadden niets gemerkt.

© Hilda Knol

Bron: Dit verhaal kreeg een eervolle vermelding en was verhaal van de dag op 12-12-2005 in de kerstverhalenschrijfwedstrijd georganiseerd door de NCRV. In totaal zonden 393 mensen een verhaal in. Zie ook: www.hetkerstverhaal.nl en onderstaande printscreen.



Bron: Dit verhaal werd ook gepubliceerd in De Stentor van 24-12-2005 in een wat langere versie. Deze krant schreef een kerstverhalenwedstrijd uit met als thema familie. Tien verhalen werden in de kerstbijlage geplaatst. Het verhaal kwam ook op de website van de krant. Zie ook: http://angel.regioportals.nl/destentor/Familieverhalen/familieverhalen.html

1 opmerking:

Anoniem zei

Leuke site!. Er zijn nog weinig goede sites over dit onderwerp te vinden.
Ben blij met jullie toevoeging!
Ik kan helaas geen bookmark aanmaken naar verhaald.blogspot.com in Firefox. :( Weten jullie hoe dit komt?

Groetjes Barbara