zondag 4 maart 2007

Brandalarm

Excelsior wil promoveren. Nu nog speelt het in de vierde, maar het ambieert een plaats in de derde divisie. Een jaar lang heeft het fanfareorkest onder leiding van Juliëtte hard gerepeteerd voor het orkestconcours, dat vandaag wordt gehouden. Als er niets geks gebeurt, zal het orkest zeker kunnen promoveren volgens Juliëtte. De voortekenen zijn gunstig; geen enkel orkestlid heeft zich ziek gemeld en niemand heeft zich verslapen. Vol goede moed vertrekt het orkest op deze druilerige zondagmorgen om 8.00 uur met de bus naar Assen.

Ruim op tijd arriveren we bij het concertgebouw. Het orkest krijgt de gelegenheid om in te spelen in een ruimte achter de concertzaal. Samen met nog een paar meegereisde partners ga ik naar het restaurant. Het is er zo vol, dat we alleen nog staande in een hoek onze koffie kunnen drinken. Op een tv-scherm kan ik het orkest zien spelen, dat voor Excelsior aan de beurt is. Ik leun tegen de muur, waar een klein glazen kastje hangt en luister naar de muziek. Het orkest speelt een langgerekte slottoon, maar ik kan niet thuisbrengen welke instrumenten dat geluid voortbrengen. Het klinkt als een viool, maar lijkt nog meer op een jankende zaag of op een sirene… Nog een paar seconden houdt deze toon aan en pas dan dringt het tot me door. Dit is geen muziek, dit is een alarm! Tot mijn verbijstering bemerk ik dat ik met mijn paraplu het glas van het kastje heb doorboord en daarmee op een rode knop heb gedrukt. Een lage vrouwenstem zegt even later via de intercom:
“Dit is een brandalarm, wilt u het gebouw onmiddellijk verlaten.”
“This is an emergengy, please leave the building immediately.”

Met gebogen hoofd loop ik in een grote stroom mensen naar buiten. Rillend sta ik in mijn overhemd op de stoep. Bij de artiesteningang staan Juliëtte en haar orkest. Ze maakt een hulpeloos gebaar door haar beide handen omhoog te steken. De brandweer arriveert gelukkig snel. Een paar brandweermannen gaan naar binnen op zoek naar de brandhaard. Ze blijven ongeveer een kwartier weg.
“Gaat u maar weer naar binnen.”, zegt een van hen.“Het was loos alarm, u kunt plaatsnemen in de zaal.”

Zodra iedereen zit, neemt de presentatrice het woord:
“Na deze vervelende onderbreking, gaat voor u spelen: fanfareorkest Excelsior uit Ommen. Het eerste stuk wat ze voor u ten gehore gaat brengen heet de Zwaanriddersage. Daarna speelt ze voor u Ross Roy. Geeft u een applaus voor Excelsior en haar dirigente: Juliëtte Duchateau.”
Met grote passen komt Juul het podium oplopen. Ik hoor haar lakschoenen op de harde vloer tikken. Met haar wat verlegen, maar vastberaden blik kijkt ze even de zaal in. Ze draagt haar zwarte, zijden smoking met de lange slippen. Met haar 1 meter 62 oogt ze fragiel, maar als ze op de verhoging staat en haar armen spreidt, straalt ze gezag uit. Ze ziet eruit als een gracieuze zwarte zwaan die op het punt staat om te gaan vliegen. Een trompettist zet nog snel zijn instrument aan zijn mond, in de zaal kucht een man, maar daarna is het doodstil. Juul kijkt naar links en daarna naar rechts. Nog vier tellen en dan heft ze haar handen voor de eerste maat. De muziek overdondert mij. Eerst dweept het orkest met mij, dan sust ze mij. Ze verleidt me en dan wiegt ze me. Ze probeert me op te vrolijken, maar overal doorheen hoor ik haar verwijt:
“Jij hebt op de knop gedrukt. Jij hebt het alarm ingeschakeld…”

Het applaus vanuit de zaal is oorverdovend. De man van een hoorniste roept:
“Bravo, bravo!”
Na het optreden van Excelsior spelen nog drie orkesten. In de pauze drink ik twee koppen zwarte koffie en ik verfrommel een bierviltje. De zaal vult zich weer. De vertegenwoordigers van alle muziekverenigingen mogen naar voren komen. De uitslag wordt bekend gemaakt door de voorzitter van de jury. Hij leest de cijfers voor die Excelsior heeft gekregen:
“Techniek: 8,5, muzikale uitvoering: 8,5, intonatie: 8,0, samenspel: 9,0.”
“Dit betekent dat het gemiddelde cijfer voor het muziekstuk de Zwaanriddersage een 8,5 bedraagt.”
In de zaal klinkt gejoel. Een cijfer van 8,5 of hoger betekent immers dat Excelsior zal promoveren.
Ik haal opgelucht adem. Het brandalarm heeft dus waarschijnlijk het orkest niet al te negatief beïnvloed. De juryvoorzitter vervolgt met zijn punten voor het tweede onderdeel.
“Het gemiddelde cijfer voor Ross Roy is: 8,3.”
Achter mij klinkt een luid:
“Oòòòòh.”
“Dit betekent dat Excelsior zich met een 8,4 prima heeft gehandhaafd in de vierde divisie.”
Het applaus is lauw. Nadat ook de andere orkesten hun punten hebben gekregen, lopen we meteen terug naar de bus.
De stemming in de bus is gelaten. Zelf op de achterbank, waar de jeugdleden zitten, is het angstvallig stil. Juul staat op en neemt voor in de bus de microfoon in haar hand:
“We zijn niet gepromoveerd. Het brandalarm heeft ons daarbij zeker parten gespeeld, maar….”
De saxofonist onderbreekt haar:
“Ja verdorie, alle instrumenten waren afgekoeld.”
De bugelspeler, die naast hem zit, valt hem bij:
“Onze hele concentratie naar de malle moer.”
Juul vervolgt: “Er zit niets anders op dan over een paar jaar een nieuwe poging te wagen.”
Ik duik diep weg achter mijn krant als ze het juryrapport voorleest:
“Bij Ross Roy kordate entree…, saxen een beetje stijf… hoorns onzuiver…, fijnzinnig slot…”

Juul en ik rijden samen in onze auto terug naar huis. Ik heb keelpijn en zuig op een hoestpastille. We praten nog wat na over het concours. Ze zegt:
“Als ik die idioot in mijn handen krijg, die op het brandalarm heeft gedrukt, dan vermoord ik hem…”
De volgende ochtend heb ik een knallende koppijn en mijn hoofd zit vol snot. Al mijn spieren doen pijn.
“Heb je griep?, vraagt Juul.
“Ja”, piep ik, “gisteren kou gevat.”
Even overweeg ik nog of ik een schuldbekentenis zal doen, maar die laat ik toch maar achterwege. De griep heeft me geveld, ik heb mijn verdiende straf al gekregen.

© Hilda Knol

Bron: Dit verhaal is op 18 maart 2006 verschenen in de bundel Muzikaal verhalen, uitgegeven door Uitgeverij Kontrast uit Oosterbeek. Jaarlijks organiseert de stichting TOP Bemmel in het kader van de Boekenweek een nationale schrijfwedstrijd. Uit de 160 inzendingen selecteerde zij ongeveer de helft voor publicatie in de bundel. Zie ook: www.uitgeverijkontrast.nl.

Geen opmerkingen: